Waarom kaartspellen gebruiken? Leren gaat spelenderwijs!
Kaartspellen worden tegenwoordig door veel professionals (coaches, docenten, trainers, managers, hulpverleners, etc.) als hulpmiddel in gesprekken gebruikt. Ik heb de redenen daarvoor op een rijtje gezet.
1. De spelers zijn actief betrokken. Je geeft ze opdracht om de kaarten te ordenen. Daardoor kunnen ze zich gemakkelijker concentreren.
2. Kiezen uit begrippen op de kaarten is voor de spelers gemakkelijker dan zelf iets te moeten bedenken. Zeker wanneer het om onderwerpen gaat die nogal wat zelfkennis vragen, zoals eigen kwaliteiten, gevoelens of verlangens.
3. Door te werken met een kaartspel kom je meestal sneller tot de kern en dat bespaart tijd.
4. De spelers laten door gebruik te maken van een kaartspel meer van zichzelf zien. Als je de speler na afloop van het gesprek vraagt om daar een mening over te geven, dan hoor je regelmatig de uitspraak ‘ik heb meer verteld dan dat ik van tevoren van plan was’. Het gevolg daarvan is dat er meer relevante informatie boven tafel komt. Daardoor is er ook meer diepgang in het gesprek.
5. Het kaartspel structureert het gesprek. Als de speler een aantal kaarten heeft uitgezocht, die één voor één worden besproken, dan geeft dat duidelijkheid voor wat betreft het verloop van het gesprek. Er vallen dan minder vaak ongemakkelijke stiltes. Zeker bij mensen die niet zo’n prater zijn, is dat heel prettig. In groepen werkt het structuur bieden door middel van kaartspellen nog sterker: degenen die niet zo veel praten komen meer aan bod.
6. Spelers voelen zich veiliger. Dit komt doordat men veel naar de kaarten kijkt en er dus niet steeds oogcontact hoeft te zijn. Daardoor wordt de aandacht wat afgeleid van de speler. Veel spelers vinden dat prettig, zeker wanneer ze het gesprek met de professional spannend vinden
7. De professional hoeft zich minder in te spannen. Dit is het gevolg van de vorige punten. Voor de speler gaat het leren spelenderwijs!
Bovenstaande voordelen komen alleen maar goed uit de verf als de professional in staat is om het juiste spel en een passende spelvorm voor een specifieke gesprekssituatie te kiezen.
Wat mij ook opvalt in de gesprekken met professionals, is dat deze vaak liever met een kaartspel werken dan met (gevalideerde) testen. Spelers herkennen zichzelf gemakkelijker in een kaartspel, en houden zelf de regie in het gesprek. Een test wordt vaak gezien als een soort ‘black box’, waardoor de speler zich minder bij de uitkomst betrokken voelt. Daarnaast zijn kaartspellen flexibeler in gebruik: gaandeweg het gesprek kun je met de kaarten schuiven of ze hergroeperen. Ook zijn kaartspellen beter op de praktijk afgestemd, omdat ze vaak vollediger zijn dan (gevalideerde) testen.