- Meer informatie
- Spelregels
- Bekijk kaarten
De spelregels kun je hier downloaden in pdf-formaat.
Het uitgangspunt bij dit spel is dat werkplezier samenhangt met de redenen waarom je werkt (je werkmotieven) en het gedrag van jezelf en anderen. Het spel bestaat uit 170 kaarten, verdeeld over drie groepen:
1. Werkmotieven. Bij redenen om te werken kun je onderscheid maken tussen algemene motieven (Wat is je motivatie om te werken?) en specifieke werkmotieven (Wat waardeer je in je huidige werksituatie?). Voorbeelden van algemene werkmotieven zijn: 'je nuttig voelen', 'regelmaat in je leven hebben' en ‘meetellen in de maatschappij’. Bij specifieke werkmotieven kun je denken aan 'een goede sfeer', 'een inspirerende leidinggevende’ en 'persoonlijke aandacht en begeleiding'.
2. Prettig gedrag. De centrale vraag is: Wat kun jij doen om je eigen werkplezier en dat van anderen te vergroten? Hierbij kun je onderscheid maken tussen gedrag dat te maken heeft met jezelf en je werk(plek), bijvoorbeeld 'je richten op de positieve kant van een situatie' en 'je werkplek regelmatig opruimen', en gedrag dat te maken heeft met anderen, bijvoorbeeld 'interesse tonen in elkaar' en 'positieve werkervaringen met collega's delen'.
3. Onprettig gedrag. Bij deze categorie gaat het om de vraag: welk gedrag van anderen of mezelf beïnvloedt mijn werkplezier en/of dat van anderen op een negatieve manier? Voorbeelden daarvan zijn: 'klagen of je negatief opstellen', 'te hoge eisen stellen' en 'vervelende opmerkingen maken'.
Toepassingsmogelijkheden
- Individuele coaching
- Loopbaanplanning
- Teambuilding
- Trainings- en opleidingsgroepen
- Intervisie
Specificaties
- Doosje met 170 kaarten, 60 gekleurde fiches en spelregels voor zes spelvormen
- Auteurs: Peter Gerrickens, Marijke Verstege en Zjev van Dun
- Prijs: € 32,95 (incl. 21% btw)
- ISBN: 97890-74123-204
Ga ook weer fluitend naar je werk! Met dit spel ontdek je of je nog plezier hebt in je werk en hoe je je werkplezier kunt verbeteren. | |
Het uitgangspunt bij dit spel is dat werkplezier samenhangt met de redenen waarom je werkt (je werkmotieven) en het gedrag van jezelf en anderen. Het spel bestaat uit 170 kaarten, verdeeld over drie groepen: 1. Werkmotieven. Bij redenen om te werken kun je onderscheid maken tussen algemene motieven (Wat is je motivatie om te werken?) en specifieke werkmotieven (Wat waardeer je in je huidige werksituatie?). Voorbeelden van algemene werkmotieven zijn: 'je nuttig voelen', 'regelmaat in je leven hebben' en ‘meetellen in de maatschappij’. Bij specifieke werkmotieven kun je denken aan 'een goede sfeer', 'een inspirerende leidinggevende’ en 'persoonlijke aandacht en begeleiding'. 2. Prettig gedrag. De centrale vraag is: Wat kun jij doen om je eigen werkplezier en dat van anderen te vergroten? Hierbij kun je onderscheid maken tussen gedrag dat te maken heeft met jezelf en je werk(plek), bijvoorbeeld 'je richten op de positieve kant van een situatie' en 'je werkplek regelmatig opruimen', en gedrag dat te maken heeft met anderen, bijvoorbeeld 'interesse tonen in elkaar' en 'positieve werkervaringen met collega's delen'. 3. Onprettig gedrag. Bij deze categorie gaat het om de vraag: welk gedrag van anderen of mezelf beïnvloedt mijn werkplezier en/of dat van anderen op een negatieve manier? Voorbeelden daarvan zijn: 'klagen of je negatief opstellen', 'te hoge eisen stellen' en 'vervelende opmerkingen maken'. Toepassingsmogelijkheden
Specificaties
|
|
De spelregels kun je hier downloaden in pdf-formaat. |
|